woensdag 23 december 2020

Van de Marumer Hoornweg tot de Hauptwieke in Neukamperfehn: amateurvoetbal in 2020 was me wat

Amateurvoetbal is alles voor me. Wat dát met me doet is haast niet te bevatten. Je zou eens in me moeten kijken om te kunnen begrijpen wat me ertoe drijft om in januari van dit kalender jaar naar Marum te gaan om er een oefenpotje te zien tussen SV Marum en Veensche Boys? Wie? Ja, Veensche Boys. Dat is een Gelderse club die op trainingskamp in Drenthe was en ‘dus’ sparringpartner van de Marumer SV wilde zijn. Was wel even leuk om er te kijken. Het broertje van Donny van de Beek behoort immers ook tot de selectie, maar juist hij was er niet. En dus maar kijken wat het zou worden. Het werd wel wat en duidelijk was dat het verschil tussen het amateurvoetbal in ‘Noord’ in vergelijking met dat in ‘West’ en ‘Oost’ best groot is. Al wist ik dat ook wel, maar wilde je tóch weer eens kijken.


In Marum het eerste potje
Het was de eerste wedstrijd voor mij midden in de winter. Veel eerder was er ook niet wat en ik dus op elke site kijken waar wat was te vinden. Oproepje op Facebook, kijken of er niet stiekem wat in Duitsland zou zijn of misschien wel een verdwaald potje in Stadskanaal tusssen de oudste jeugd van de plaatselijke SC en de buren van SJS. Niets van dat alles en dus op naar Marum. Daar was ik wel eens eerder geweest: Westerwolde-SC Bolsward, ruim een half jaar ervoor. Het was nacompetitie voor een plek in de derde klasse. Toen veel volk, in januari iets minder, want koud of vreesde men corona al? Het zou toch niet?


Daar kwam ie: corona.
Het woord is dus genoemd: corona. Wat een drama leverde en levert dit voor velen op. Natuurlijk wil ik vooropstellen dat de gezondheid boven alles gaat, maar als je knettergek bent van amateurvoetbal dan denk je ‘was maar weggebleven corona, want dan had ik dit jaar meer dan tweehonderd wedstrijden kunnen zien en het liefst nog elke dag één. Ja, zó gek ben ik. Sommigen begrijpen het, sommigen denken van ‘jij liever dan ik’. Hoe dan ook, ik vind het prachtig, maar kneep hem meteen toen de eerste coronabesmetting in Nederland was. Ik dacht van ‘daar gaan we’ en ik was al bang dat het voetbal er gauw zou komen uit te liggen. En dat was ook zo. Valthermond-WKE’16 was het laatste potje voor de eerste coronagolf in ons land. Daarna moest de boel op slot en dat was maar goed ook, want anders zou het helemaal uit de hand zijn gelopen als naar deze pandemie wordt gekeken.


Roodeschool vergeet ik nooit van mijn leven
Half maart was het en ik had geen idee waartoe het zou leiden en hoelang het zou gaan duren en dus trok ik de wandelschoenen maar aan. Lopen tot je bijna een ons weegt om maar niet te denken aan die vreselijke pandemie en steeds sprak ik in mezelf: hoelang nog? Een maand? Twee maanden? Een half jaar? Nooit meer voetbal kwam niet in me op en eind juni kwam daar het verlossende woord: in Roodeschool mocht weer worden gevoetbald. Op 2 juli was het Corenos tegen Middelstum. Eindelijk! Heel even stelde ik elftalleider Bart Poortinga van Middelstum nog voor of het niet mogelijk zou zijn om op 1 juli om 0.01 uur te gaan voetballen. Niet te doen uiteraard, maar wel ludiek. Drie en een halve maand zonder voetbal. Het leek wel jaren en wat was ik blij. Toen al was echter te zien dat veel mensen lak hadden aan alle maatregelen, want het gros stond gewoon hutje mutje bij elkaar en op 21 en een halve centimeter van de buurman of –vrouw. Hoe ik daar tegenaan keek? Niet goed en dat zei ik ook toen RTV Noord-sportpresentator Henk Elderman me voor dat medium interviewde. Velen relativeerden het als in ‘ach, dat kan wel’ en dat is nu net wat me stoorde.

Schijt aan alles
Niks kan wel, want helaas dachten velen zo met als gevolg dat we in de tweede lockdownperiode terechtkwamen. Velen hadden schijt aan alles wat premier Rutte zei; parkeerplaatsen bij recreatieplassen waren overvol, afritten van autowegen als gevolg ervan gesloten, het bier vloeide rijkelijk met als gevolg dat het verstand onderin de kan kwam te zitten en men aan elkaar zat en corona zich weer kon uitbreiden. Ik weet nog wel dat ik bij de vriendelijke burenruzie tussen Annen en Eext was. “Corona is er haast niet meer”, zo sprak menigeen en bij het verkooppunt van koffie en thee en andere versnaperingen stond een lange rij. Te dicht op elkaar en toen iemand mij bijna kon aanraken zei ik dat de beste man op moest passen, want corona is levensgevaarlijk. Hij lachte wat en ik dacht ‘lach maar, het lachen zal je nog wel vergaan’ en dat was ook zo: corona zorgde ervoor dat ik weer moest zeggen ‘adieu amateurvoetbal’.

Het was echt weer genieten
Ik zag gelukkig heel wat wedstrijden. Al met al denk ik wel rond de honderd. En dat is best veel in een periode waarin er precies een half jaar voetbal was te zien. Normaal gesproken is dat zeker tien of elf maanden. In 2019 had ik zelfs geen week rust; elke week was er voetbal, want toen we in Nederland stopten daar gingen ze in Duitsland al verder. Dit jaar dus niet, maar had ik wel het geluk dat alles in juli weer begon en ik tot diep in oktober voetbal heb mogen zien. Begin juli dus eerst Roodeschool, toen Haaksbergen in Twente, Oene tussen Zwolle en Apeldoorn en begon het ook rap weer in Duitsland en was het Ostfriesland dat al snel aan deed met een potje op vrijdagavond 10 juli tussen SuS Strackholt en SV Warsingsfehn. Daarna volgden veel meer potjes. Ik herinner me nog de vele wedstrijden van zaterdag vijfdeklasser VVK uit de stad Groningen dat zelfs tegen het derde elftal van Wildervank oefende. De Timmy van der Molens en de Robert Oosterhofs schoten er lustig op los en genoten ervan. Ook de twee potjes van Zandhuizen vond ik erg leuk. Op zondag 12 juli openden zij het seizoen en was het genieten na het duel toen ik met trainer Jonno van Dijk sprak en een foto van zijn team maakte.

Daarna waren er legio oefenduels waarvan ik zó genoot dat ik dacht ‘wauw, dit is toch te mooi voor woorden’? Nooit dacht ik eraan of het weer zou stoppen al trof men bij vrijwel elke club waar ik kwam maatregelen. De ene club nam het wat serieuzer dan de andere en de ene kassaman voelde zich wat belangrijke dan de andere en bij de ene club was er volop eten en drinken te koop en bij de andere niet. Het had ook wel wat. En dan kun je wel alle wedstrijden belichten, maar het zijn er eigenlijk best wel veel en bij elke heb ik – vind ik – een leuke anekdote. Ach, het was allemaal te lezen op Facebook en op mijn blogpagina die in een heuse website moet veranderen: vol met amateurvoetbal en zoals ik het zie.

Kentering
Juli en augustus waren topmaanden voor mij. Echt veel voetbal en ook in september nog wel. Ik schreef net als ander jaar volop amateurvoetbalbijlages: van Stadskanaal tot ‘Stad’ en van Appelscha tot Dokkum en zo meer. Dat ging gewoon door en dus ging men ervan uit dat het voetbal ook niet echt meer in het gedrang zou komen. Dat kwam het dus wél. We zitten er nu zelfs middenin, maar dit pakken ze mij niet meer af. De bekercompetities begonnen, alsook de competities. Heel lang duurden ze niet en al vlot kwamen er verscherpte maatregelen: voetballen zonder publiek. Pers was nog wél toegestaan en daar stond ik dan in Gasselte bij GKC tegen De Treffer’16. Twee handen vol bestuursleden, geen enkele fotograaf of journalist, de kantine potdicht en een doodse stilte. Bij De Treffer’16-JVV was het de wedstrijd volgen met in je rug een viertal auto’s met daarin personen die vanaf de parkeerplaats keken. Het had wel iets, maar natuurlijk iets dat niemand wil. Mensen werden creatief door het coronavirus en alle maatregelen die erbij kwamen.


In Duitsland ging alles gewoon door: publiek was gewoon toegestaan, er werd her en der gewoon braadworst verkocht en ook bier. De regels waren overal weer anders en dus was het soms op klapstoelen zitten als er meer dan vijftig toeschouwers waren, werd er geen bier verkocht bij meer dan een bepaald aantal toeschouwers en was het dragen van mond- en neusbescherming verplicht. Ook dat verschilde overal. Feit was dat ik nog ergens naartoe kon en het geniet bleef. Of dat nu bij Eintracht Nordhorn was, VfL Rütenbrock of Germania Leer, het maakte niet uit.
En toen ging het voetbalkaarsje uit
Toen de spoeling erg dun werd was het zoeken naar wedstrijden geblazen. Het was inmiddels eind oktober en ik kon echt nauwelijks nog een duel vinden. Dus ik zoeken in de kelderklasse in Ostfriesland en ja hoor: op dinsdagavond 27 oktober was er nog iets: SG Stikelkamp/Jheringsfehn/Timmel 3 tegen SV Neufirrel 2. Een prachtig duel voor nog geen veertig toeschouwers. Er was een kiosk met koffie, thee, bier, candybars, braadworsten, etc. Alles dik in orde. Aldaar nauwelijks coronagevallen, maar amper een dag later was het over en uit: heel Duitsland kapte ermee voor wat betreft het amateurvoetbal. En dus een bittere pil, maar weet ook ik dat dit nodig is en we wachten wel tot het weer begint. Wanneer? In Duitsland willen ze in maart weer beginnen, maar ik zie dat niet gebeuren. Ik denk zelfs dat er deze competitie niet meer wordt gevoetbald. Dus mooi op 1 juli verder. Dan begint het in Duitsland weer. Daar maar op richten en maar hopen dat corona de wereld uitgaat.




Franse vedettes maatje te groot voor de Belgen

Afgelopen woensdagavond begon het EK-kwalificatietoernooi voor landen met spelers jonger dan negentien jaar. In Assen nam Frankrijk het op t...